Rotterdam heeft niet langer de grootste haven ter wereld. Shanghai slaat sinds
vorig jaar meer goederen over. Schiphol is uit de toptien van grootste
luchthavens van de wereld gevallen en dreigt in Europa te worden ingehaald
door Madrid.

Ondertussen worden Nederlandse vrachtwagenchauffeurs weggeconcurreerd
door goedkope Oost-Europeanen. Op de snelweg staat een permanente file. De
Betuwelijn gaat bij de Duitse grens over in een roestig boemellijntje. En
over de Hollandse Brug mogen geen vrachtauto’s meer rijden – anders stort
het ding in.

Wouter Bos maakt het feest compleet door de brandstofaccijns te verhogen.
Logisch dat Transport en Logistiek Nederland het van de daken schreeuwt: “Zo
kan Nederland niet concurreren!”

Je zou het bijna geloven. Is Nederland distributieland af? Internationale
klanten denken daar heel anders over.

In een wereldomspannend onderzoek ondervroeg de Wereldbank meer dan
achthonderd transporteurs, afhandelaars en andere logistieke experts over
hun ervaringen in 150 verschillende landen. Uit de antwoorden werd een index
samengesteld: de Logistics Performance Index (LPI) die meet hoe een
bepaald land scoort op verschillende logistieke terreinen. Hoe snel werkt de
douane? Hoe goed is de infrastructuur? Komt de vracht op tijd aan? Hoe
competent zijn de lokale logistieke bedrijven? Dat soort vragen.

Deze week kwamen de resultaten van dit onderzoek naar buiten. Alleen in
Singapore is de logistiek nog beter geregeld dan hier. De Aziatische
stadstaat heeft een LPI van 4,19 - net hoger dan de 4,18 van Nederland. Maar
juist als het om transport gaat is een stad is natuurlijk onvergelijkbaar
met een heel land.

Op vier van de zeven deelterreinen die de Wereldbank onderscheidt hoeft
de Nederlandse logistieke sector geen enkel ander land voor zich te dulden.
Nederland heeft de meest efficiënte douane ter wereld. We hebben de beste
infrastructuur (fysiek en elektronisch). Nergens zijn de logistieke
bedrijven zo competent als hier. En nergens is het zo gemakkelijk om een
internationaal scheepstransport te organiseren.

Alleen bij de inzet van moderne ‘tracking en tracing’ van vracht moet
Nederland drie landen voor laten. Als het gaat om punctualiteit staan we op
plaats vijf. Daar moet dus nog aan gewerkt worden. Maar verder mogen de
Nederlandse transportbaronnen zich op de borst kloppen.

En dan graag ook meteen wat minder zeuren. Lobbyclubs als Transport en
Logistiek Nederland en Nederland Distributieland zijn professionele klagers
die routinematig voorspellen dat alles minder gaat worden. Dat lobbyt
natuurlijk lekker, maar het gevaar is dat de sector zelf in de
doemscenario’s gaat geloven, pessimistisch wordt en onvoldoende investeert
in technologische vernieuwing. Niet meer zeuren dus, en allemaal de
ranglijst van de Wereldbank op de koelkastdeur plakken.

Ranglijst
Wereldbank

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl